Lifestyle4Health
Het Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde – onder de naam Lifestyle4Health, heeft op initiatief van TNO en Leids Universitair Medisch Centrum – een bundel samengesteld met wetenschappelijk bewijs voor de meerwaarde van leefstijlinterventies in remissie of reversie van ziekten zoals Type 2 Diabetes, Hart- en Vaatziekten, Maag-Darm-Leveraandoeningen, psychische aandoeningen en nierziekten.
Groot draagvlak
Aan de bundel hebben een 20-tal artsen en professoren op medisch gebied meegewerkt. Morele steun werd voor de bundel ontvangen door onder andere Universitair Medisch Centrum Groningen, Leids Universitair Medisch Centrum, VU Amsterdam, Amsterdam UMC, University of Amsterdam, Arts en Leefstijl, Menzis, Diabetesvereniging Nederland, Diabetes Fonds, Nierstichting, GGZ Centraal, UMC Utrecht Hersencentrum, Radboud UMC, Lentis en TNO.
Doel
Lifestyle4Health streeft ernaar om de ziektelast van leefstijl gerelateerde ziekten binnen 10 jaar met 50% te verminderen door leefstijlinterventies in de behandeling van deze ziekten een centrale plek te geven, samen met zelfzorg en regie op eigen gezondheid.
Directe aanleiding
Politiek-bestuurlijke behoefte aan wetenschappelijk bewijs leefstijlgeneeskunde als belangrijke oplossingsrichting voor sterk toenemende ziektelast en zorgkosten.
Belangrijkste bevindingen uit de bundel
Type 2 Diabetes
Type 2 Diabetes (T2D) is een ‘systeemziekte’ veroorzaakt door een wisselwerking tussen erfelijke aanleg en leefstijl. Verkeerde eetgewoontes, te weinig beweging, te veel stress en te weinig slaap veroorzaken ontregeling van de stofwisseling. Wanneer je meer eet dan nodig groeit de vetvoorraad en de kans op chronisch, laaggradig ontstekingen.
- Lichamelijke inspanning remt het onstekingsproces; te lang (stil) zitten is daarom niet goed.
- Te veel stress en te weinig slaap zijn ontstekingsbevorderend.
- Ontstekingen die optreden verstoren de werking van insuline = belangrijk voor transport van glucose, vet en eiwit vanuit de bloedbaan de weefsels in. Als insuline minder goed werkt zullen die stoffen in het bloed blijven en stijgt de bloedglucoseconcentratie in het bloed.
- Insuline heeft nog meer functies, met potentieel negatieve gevolgen.
- stimuleert nieren tot vasthouden van zout.
- activeert zenuwstelsel tot hoge bloeddruk.
- groei en vermenigvuldiging van (beschadigde) cellen met een verhoogde kans op kanker als gevolg.
- vorming van vet uit glucose in de lever.
Bij T2D blijven deze functies van insuline relatief intact, terwijl vooral de glucosestofwisseling ongevoelig wordt voor insuline.
- Glucose is belangrijkste prikkel voor de insulineproductie. Als glucoseconcentratie stijgt, neemt insulineproductie, en dus insulineconcentratie in het bloed, toe.
- Bij meer voeding dan nodig, blijft vetvoorraad intact of groeit die zelfs, waarmee ook de ontsteking blijft bestaan.
- Veel suiker en zetmeel leidt tot hoge glucosespiegels waardoor de insulineconcentratie in het bloed stijgt en de bloeddruk, de nieuwvorming en opslag van vet en de kans op kanker verhoogt.
- Uiteindelijk is de chronisch verhoogde insulineconcentratie te veel voor de insuline producerende alvleesklier en sterven de ‘beta-cellen’ in de alvleesklier die insuline aanmaken. Dit is wanneer een T2D-patiënt zijn of haar toevlucht moet nemen tot insuline injecties.
Door medicatie worden glucose- en/of insuline-concentraties beheerst. Dit is symptoombestrijding. De oorzaken (te veel en ongezond eten, te weinig beweging, stress, slecht slapen) blijven bestaan. Zonder een betere leefstijl is er vaak ook andere medicatie nodig voor correctie bloeddruk en hoge concentraties van vetten in het bloed. Mensen met T2D krijgen vroeg of later ook ander medisch leed zoals Hart- en Vaat Ziekten, beschadiging van het netvlies met mogelijk blindheid, beschadiging van nieren en zenuwen, depressie, amputatie en dementie. Gecombineerde Leefstijl Interventie in de vorm van bijvoorbeeld CooL kan veel medisch leed voorkomen, het medicatiegebruik verminderen en zelfs elimeneren en vergroot de kwaliteit van leven.
Hart- en Vaat Ziekten (HVZ)
- Wie fysiek actief is, heeft een 28% lagere kans op het ontwikkelen van een hartinfarct
- Fysieke inactiviteit, roken en overgewicht, bepalen 90% van risico op een hartinfarct.
- Betere overleving (52% verlaagde kans overlijden) en vermindering nieuwe cardiale incidenten (38% reductie) na multimodale hartrevalidatie.
- Het is aangetoond dat door te bewegen dotterbehandelingen en/of operaties kunnen worden voorkomen.
- Bewegen verbetert lichaamssamenstellingsmaten; totale vetmassa en vet rond de organen nemen af, wat de kans op het ontwikkelen van zowel T2D en HVZ verlaagt.
- De meeste risicofactoren gerelateerd aan HVZ verbeteren gedurende een intensieve leefstijlinterventie van 3 maanden, zoals bij hartrevalidatie. Helaas is terugval naar een ongezonde leefstijl, nadat de intensieve behandeling stopt veelvoorkomend. Logischerwijs is duurzame gedragsverandering, geïntegreerd in het gehele behandelplan, gunstiger voor een langdurig effect.
- Dosis-response effect = een hogere intensiteit bewegen leidt tot een grotere verbetering van de gezondheid.
Universiteit Maastricht
In een studie door de Universiteit Maastricht is berekend dat de totale kosten van overgewicht en obesitas bij volwassenen bijna €11.500 per persoon per jaar zijn. Dit leidt tot een totale kostenpost van ruim €79 miljard per jaar waarvan de het grootste gedeelte betrekking heeft op verminderde productiviteit.
De resultaten onderstrepen de noodzaak en urgentie om zo snel mogelijk middelen in te zetten voor zowel collectieve preventie (voorkomen dat overgewicht ontstaat) als voor individuele preventie (behandeling van overgewicht en obesitas). Bij individuele preventie ligt de focus op het terugdringen van obesitas naar overgewicht en het voorkomen dat overgewicht zich doorontwikkelt tot obesitas.
Acties als het verlagen van de BTW naar 0% op groente en fruit en het invoeren van een suikerbelasting zijn al een paar goede collectieve stappen. Om de cijfers van overgewicht en obesitas terug te dringen zullen meer overheidsmaatregelen nodig zijn.
En tegelijkertijd is er individuele preventie nodig. De professionals werkzaam in de gezondheidszorg, maar ook in het sociale domein (schuldhulpverlening, aanpak eenzaamheid, laaggeletterdheid etc.) zullen hierin moeten samenwerken om het complexe probleem van de aandoening overgewicht en obesitas het hoofd te kunnen bieden. Daarnaast zullen de huidige in Nederland beschikbare behandelingen voor obesitas zoals gecombineerde leefstijl interventies effectiever ingezet moeten worden.